Schoenen kopen voor mijn kinderen is niet mijn favoriete bezigheid. Maar af en toe moet het, nietwaar? Zeker omdat die schattige kleine babyvoetjes ineens veranderen in zweterige, stinkende slagschepen en je voor je gevoel na een week al denkt, “zijn die schoenen nou alweer te klein?” En daarnaast heb ik een behoorlijk trauma opgelopen met mijn oudste die dezelfde schoenen in vijf maten had omdat hij anders hysterisch werd. Het was een dingetje toen die schoenen na maatje 26 ophielden te bestaan….
Eerlijk is eerlijk: ben zelf ook niet zo van het schoenen kopen. Ik heb niet buitensporig veel schoenen, want ik vind ze al gauw te duur. De jongens hebben ook niet een hele schoenenkast vol. Eén paar slippers, sandalen, gympen en laarzen per kind en daar houdt hun huidige collectie wel zo’n beetje mee op. Meer hebben ze ook niet nodig. Zeker in de zomer niet, want ze lopen het allerliefst gewoon op blote voeten. Liefst ook naar school, maar daar trok ik de grens (“Stomme mama!”).
Voetjes opmeten
Het heeft er wellicht ook mee te maken dat de eerstvolgende schoenenwinkel 17 minuten rijden bij ons vandaan is en ik niet altijd tijd (en vooral zin) heb om met mijn rouwdouwers voetjes op te gaan meten. Soms ga ik snel alleen en dan gok ik dat ze een maatje groter moeten hebben. Soms neem ik ze ook live mee naar de winkel en dan schrik ik me weer een ongeluk hoeveel groter ze nou echt geworden zijn.
Ja, ik weet het. Slecht hoor. Google op “schoenen voor kinderen” en je leest allemaal verhalen over hoe slecht te kleine schoenen voor kinderen zijn. Dat je elke twee maanden de voeten wel moet meten wil je scheefgroei en knobbelvoeten en weet ik veel allemaal nog meer voorkomen. Noem me lui, noem me laks, maar ik vind het leuker om andere dingen te doen. Treinbanen bouwen, bijvoorbeeld.
Rode regenlaarzen in de winter
Maar ook al meet ik braaf de voetjes, dan nog heb ik te maken met twee jongens die koppiger zijn dan een ezel. Die zich iets in hun hoofd halen en daar echt niet meer van af te brengen zijn. Veterschoenen? Nope. Klittenband it is. Dat veterstrikdiploma gaan ze nevernooit halen, maar ach. Ik heb grotere zorgen dan of ze ooit in staat zullen zijn om hun veters te kunnen strikken.
Soms zijn ze heel specifiek in wat ze wél willen. Zo had onze jongste vorig jaar rode regenlaarzen. Die vond hij helemaal geweldig. Dus die laarzen moesten altijd aan, ook als het vijf graden vroor. En ook toen die laarzen eigenlijk al ruim 2 maten te klein waren. We hadden echt leuke winterschoenen én winterlaarzen voor hem gekocht in de goede maat, maar niks daarvan: de rode laarzen. En omdat het buiten het seizoen was, kon ik natuurlijk met geen mogelijkheid aan identieke rode regenlaarzen komen die drie maten groter waren. Uiteindelijk zijn de rode laarzen op miraculeuze manier verdwenen en kwamen er iets te grote groene voor in de plek, maar toen was het al bijna lente.
En omdat blote voeten nog steeds niet mochten (“Stomme mama!”) vond hij sandalen een goede tweede optie. Dus kocht ik braaf in het voorjaar, nadat ik zijn voeten op een keurige maat 26 had opgemeten, een stel sandalen waar hij de hele zomer op rond racete. Tot het moment dat ik dacht, “Hey? Steken zijn tenen nou uit?”
Schoenen kopen voor grote voeten
Afgelopen maand toog ik daarom op een warme zomerdag daarom met mijn jongste naar de schoenenwinkel. Eerst maar even meten en ja hoor, ineens had-ie maatje 28. Oeps. En natuurlijk was de sale al afgelopen en was er alleen nog maar een paar sandalen te vinden met één maat 27, en één maat 28. De loedermoeder in mij bedacht dat dat in ieder geval beter was dan maatje 26. Uiteindelijk heeft hij ze amper gedragen want de slippers die ik een paar dagen later voor hem kocht, die waren veel leuker. Hoe bloter, hoe beter.
Nu is het alweer bijna herfst. De strijd om het aantrekken van de schoenen is alweer begonnen. De mannen hebben allebei een stel goedpassende gympen die schoorvoetend (pun intended) worden gedragen. De groene regenlaarzen? Zijn eigenlijk alweer een beetje te krap…
Om het regenlaarzenverhaal van vorig jaar dit jaar maar te voorkomen, heb ik ze winterlaarzen van Bergstein uit laten zoeken. Die zijn in ieder geval gevoerd. En omdat ze zelf de kleur mochten kiezen willen ze die in ieder geval dragen. Dus mocht een van de mannen het weer in zijn kop krijgen om de hele winter op laarzen te lopen, hebben ze dit keer in ieder geval warme tenen. Semi. Een maatje groter dan wat ze nu hebben.
Maar toen ze binnen kwamen vonden de jongens ze zo mooi, dat ze meteen aan moesten naar school. Dragen ze dit keer een keer niet te kleine schoenen, maar te grote…
Dit artikel bevat een samenwerking, maar de inhoud is helemaal van mij.